Contactadres: Ermelo Yoga Centrum Hulstlaan 19 3852 GA Ermelo Tel.: 0341-55 65 44 E-mail: yce@yogacentrumermelo.nl |
![]() In de Zuidindiase klassieke muziek wordt grote aandacht besteed voor composities met zeer complexe melodische en ritmische variaties in tegenstelling tot de Noordindiase traditie, waarin meer ruimte is voor niet-ritmische improvisaties waarbij de persoonlijkheid van de solist veel sterker naar voren komt. De devotionele aspecten die de Indiase dichters in hun werk hebben gestopt laten in de Indiase muziek emoties naar voren komen die “genezend werken voor de Ziel”. De opbouw van de melodie
ligt in
grote lijnen vast. In de alap, het inleidende gedeelte, wordt het
karakter
van de raga toon voor toon uiteengezet. Daarna wordt er een ritmische
cyclus
ingezet waarin er begeleiding plaats vindt van een percussionist, in de
Noordindiase muziek meestal een tablaspeler. Indiase muziek wordt niet met de voor het Westen bekende instrumenten gespeelt, maar hanteert eigen specifieke instrumenten zoals tabla (kleine trommels), sitar (een bewerkte pompoen met steel en snaren wat in het Westen door zigeuners tot een gitaar is geëvolueerd), harmonium, vina (een Indiase luit), sarangi (een klein houten blok met veel snaren wat met een strijkstok wordt bespeeld), tanpura, venu (bamboefluit), viool (overgenomen van de Engelse overheersers), mridangam (een tweezijdige trommel met een diepe zware klank, gebruikt als ritme instrument), de kanjira (tamboerijn) en nog vele andere. Het Westerse muzieksysteem is systematisch, erg ritmisch georiënteerd en dringt snel de geest binnen, maar blijft naderhand niet lang hangen, in tegenstelling tot de Indiase muziek welke zich kenmerkt in diepte, gevoelens en emotie, die langzaam doordringt maar waarvan het effect ook lang aanwezig blijft. Tevens wordt er in de Indiase muziek veel geïmproviseerd. Soms zal een artiest één enkele melodie spelen voor 5 á 6 uur, zonder dat hij zich één keer herhaalt. Dit kan men niet op school leren. Daarvoor gaat een Indiase artiest naar de juiste leraar. Siddharth
Kishna bespeelt de sitar (Indiase luit) Hij wordt begeleid
door tabla
(Indiase percussie) en tampura (de bourdon). Sinds 1993 studeert hij bij Pandit
Budhaditya
Mukherjee, een van India’s grootste sitarspelers van de huidige
generatie
en exponent van Imdadhkani
gharana.
Deze gharana (school) kenmerkt zich door de Gayaki (lyrische)
stijl
waarin de muzikale nuances zo direct mogelijk zijn afgeleid van de
Indiase
vocale genres. In december 1996 was hij uitgenodigd door de Sangeet
Research Academy voor een op treden: Indiase muziek en het Westen.
in Mumbai (Bombay). |